wachttijd |
De wachttijd voor een zieke werknemer
- bedraagt 104 weken,
De wachttijd komt overeen met de periode dat werknemer
- recht kan hebben op loondoorbetaling bij ziekte of
- op ziekengeld.
Met de invoering van de WIA zijn de wachttijd bepalingen overigens in hoofdlijnen overgenomen uit de WAO.
Ziekte
Aansluiting bij het begrip ziekte in de Ziektewet.
Het UWV hoeft in gevallen waarin bij ziekte aanspraak bestaat op loondoorbetaling niet steeds te onderzoeken of sprake is van ongeschiktheid voor zijn arbeid. Zij blijven de eerste tijd (104 weken) op afstand. Het is niet de bedoeling dat het werk van de arbodienst wordt overgedaan tenzij er aanleiding is voor het vermoeden dat het oordeel van de werkgever/arbodienst niet juist is geweest.
Let echter op;
Stelt het UWV aan het einde van de wachttijd vast dat geen sprake meer is van ongeschiktheid, dan wordt de wachttijd niet vervuld, ook niet als de werkgever daar wel van uitging en 104 weken loon heeft betaald.
Vaststelling van de eerste ziektedag
De wachttijd vangt aan op de eerste dag dat de werknemer;
- door ziekte niet heeft gewerkt dan wel,
- door ziekte het werk heeft moeten staken,
- wegens ziekte niet langer in staat is tot het verrichten van zijn arbeid/ziek is geworden in de zin van de ZW.
Uit de Regeling bepaling eerste werkdag
Regeling voor werknemers met een onregelmatig arbeidspatroon
Eerste werkdag
Voor de toepassing ………. wordt als werkdag aangemerkt:
- een dag waarop door de werknemer gewoonlijk wordt gewerkt.
Eerste werkdag in bijzondere gevallen
In gevallen waarin de eerste werkdag;
- niet kan worden vastgesteld, omdat
- niet vaststaat op welke dag de verzekerde gewoonlijk werkt,
- wordt als eerste werkdag aangemerkt,
- de eerste dag waarop de verzekerde had kunnen werken,
- indien hij niet ongeschikt tot werken was geworden.
Elke dienstbetrekking,
- arbeidsverhouding of
- arbeid in de zelfstandige uitoefening van bedrijf of beroep,
- wordt afzonderlijk in beschouwing genomen.
Eerste werkdag voor uitkeringsgerechtigden en bij nawerking
Eerste werkdag;
- de dag waarop de verzekerde ongeschikt tot werken is geworden.
- Bij de toepassing blijven zaterdag en zondag buiten beschouwing.
Eerste werkdag bij nachtdienst
Indien de verzekerde het werken staakt tijdens een nachtdienst;
- wordt als eerste werkdag aangemerkt,
- de dag waarop de nachtdienst is aangevangen.
Eerste werkdag in bijzondere omstandigheden
Een dag waarop niet is gewerkt vanwege;
- vakantie of verlof,
- toepassing van een regeling tot arbeidstijdverkorting, voor zover een dergelijke dag bij ziekte op een ander tijdstip mag worden opgenomen,
- toepassing van een regeling tot toepassing van een kortere dan de normale werktijd,
- bijzonder verlof,
- weersinvloeden of
- vrijheidsontneming,
wordt aangemerkt als werkdag.
Een dag die
- op grond van een overeenkomst als bedoeld in artikel 637 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (verlof bij arbeidsongeschiktheid),
- wordt aangemerkt als vakantiedag,
wordt aangemerkt als werkdag.
Volmaken van de 104 weken
De werknemer dient 104 weken aaneengesloten arbeidsongeschikt te zijn voordat hij de wachttijd heeft vol gemaakt. Ziekteperioden die elkaar met tussenpozen van minder dan 4 weken opvolgen worden samengeteld. De niet zieke periode van minder dan 4 weken blijven buiten beschouwing. Is de onderbreking langer dan 4 weken, dan begint de wachttijd opnieuw te lopen.
De ziekteoorzaak is voor het tellen van de weken niet relevant. Als de werknemer uitvalt met nekklachten en daarna, al dan niet na een werkhervatting van 3 weken zijn been breekt, dan loopt de wachttijd door. De weken waar in gewerkt is blijven echter buiten beschouwing.
Recht op ZW
Tijdvakken waarin de werknemer recht heeft op ziekengeld tellen mee voor de wachttijd. Ook als dat recht niet ten gelde wordt gemaakt omdat er –ook- recht bestaat op loon. Uit de betaling van loon tijdens ziekte, kan niet altijd worden afgeleid dat er ook een recht bestaat op ziekengeld (dat niet tot uitbetaling kan leiden). Het UWV dient dat recht op ziekengeld zelf vast te stellen.
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
De wachttijd wordt onderbroken;
- op het moment dat verzekerde recht krijgt op uitkering,
- in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof (WAZO).
Na afloop van het verlof loopt de wachttijd weer verder door,
- tenzij de arbeidsongeschiktheid voor en na het verlof,
- niet voortvloeit uit dezelfde oorzaak.
Zie Zwangerschap
Verkorte wachttijd
Zie het uitgebreide artikel Verkorte wachttijd WIA; loon minus uitkering
Ik citeer hieruit de eerste alinea
De voorwaarden voor een vervroegde WIA uitkering zijn als volgt;
- de aanvraag is van de werknemer,
- toekenning slechts bij volledig arbeidsongeschiktheid,
- die duurzaam is,
- bij de aanvraag wordt artikel 66 WIA in acht is genomen;
- bij een aanvraag wordt tevens een normale aanvraag WIA gedaan, geen dubbele beoordeling,
- een aanvraag voor een verkorte wachttijd kan slechts eenmaal worden gedaan,
- bijgevoegd moet zijn een verklaring van de bedrijfsarts,
- zo dat te vergen is tevens een verklaringen van behandelend specialisten/ specialistische onderzoeken,
- zonder verklaring geen behandeling van de aanvraag,
- er is geen re-integratie verslag nodig.
- een verkorte wachttijd bedraagt ten minste dertien weken en
- verkorte wachttijd niet langer dan 78 weken,
- de verkorte wachttijd gaat niet in binnen 10 weken na de aanvraag,
- alleen een verkorte wachttijd voor werknemers met een werkgever, dus niet voor vangnetters,
en voorts;
De verkorte wachttijd bedraagt minimaal 13 weken en ten hoogste 78 weken.
De WAO kende deze bepaling overigens niet.
Geen wachttijd
Later ontstaan IVA zonder wachttijd;
aan de orde als;
- een uitsluitinggrond later wegvalt en
- bij het later ontstaan van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.
Later is;
- na doorlopen wachttijd,
- na verlengde wachttijd van de loondoorbetalingsplicht,
- op einde wachttijd,
- geen recht op IVA.
- gaat niet om herleven!!
aan de orde;
- wanneer door een uitsluitingsgrond op einde wachttijd geen recht op IVA,
- volledig duurzame arbeidsongeschiktheid ontstaat alsnog,
Direct ontstaan;
- met onmiddellijke ingang,
- geen wachttijd,
Verschil met herleving;
- Er was geen eerder recht op IVA,
- IVA kan daarom niet worden heropend.
Van WGA naar IVA zonder wachttijd
Verzekerde met;
- recht op WGA-uitkering,
- nog kort of langdurig,
- wordt volledig en duurzaam arbeidsongeschikt,
- er ontstaat dan recht op IVA-uitkering,
- met onmiddellijke ingang,
- het recht op WGA-uitkering eindigt op diezelfde dag,
- omdat de verzekerde niet langer,
- gedeeltelijk arbeidsgeschikt is,
- de duurzame arbeidsongeschiktheid,
- hoeft niet voort te vloeien uit dezelfde oorzaak,
- als de arbeidsongeschiktheid in verband waarmee,
- recht bestond op WGA-uitkering.
Van IVA naar WGA
Afname arbeidsongeschiktheid
- Is een verzekerde die recht had op IVA-uitkering
- niet langer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt,
- maar nog wel gedeeltelijk arbeidsongeschikt (35-80%) of
- volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt,
- dan ontstaat er met onmiddellijke ingang
- recht op WGA-uitkering.
- Het recht op IVA-uitkering eindigt op diezelfde dag
35-minner, toename beperkingen, zelfde oorzaak, geen wachttijd
Ziekteoorzaak
In deze regeling is de ziekteoorzaak relevant bij het vaststellen van de rechten op WIA. Gaat hem om een toename met dezelfde oorzaak , dan moet je denken aan aandoening die progressief blijken te zijn of waarin langdurig goede en slechte perioden elkaar afwisselen of die anderszins verergerd zijn.
Toename medische beperkingen
Uit de wetsgeschiedenis leidt de CRvB af dat er sprake moet zijn van een toename van de medische beperkingen, wil de regeling voor toegenomen arbeidsongeschiktheid van toepassing zijn. Pas als dat is gebleken, moet betrokkene ook arbeidskundig worden onderzocht.
De werknemer ;
- die aan het einde van de wachttijd,
- minder dan 35% arbeidsongeschikt was (geen WIA),
- heeft alsnog recht op IVA-uitkering als hij,
- binnen 5 jaar na afloop van de wachttijd,
- volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt,
De arbeidsongeschiktheid moet,
- voortvloeien uit dezelfde oorzaak,
- als die gedurende de wachttijd leidde,
- tot ongeschiktheid zijn arbeid,
- door complicaties of een progressief ziekteverloop alsnog
- tot ernstige en duurzame beperkingen leidt,
bepalend is;
- dat dit verband na medisch onderzoek dit aannemelijk wordt gemaakt,
- in geval van twijfel komt verzekerde het voordeel van de twijfel toe,
arbeidskundig onderzoek;
- alleen als vast staat sprake van toename van de medische beperkingen,
- voor IVA eerst duurzaamheid vast stellen,
vergelijk Amber;
- de amber WAO/Amber bepalingen zijn overgezet naar de WIA,
- de jurisprudentie kan veelal analoog worden toegepast op de WIA,
verschil;
- de WAO kende een wachttijd van 4 weken, de WIA kan direct in gaan,
Een ander verschil is dat er sprake moet zijn van
- arbeidsongeschiktheid
- voor zijn arbeid
- gedurende de wachttijd
- In de WAO,
- moest er sprake zijn van arbeidsongeschiktheid
- voor het eigen werk
- aan het einde van de wachttijd,
- zodat deze bepaling niet van toepassing is als verzekerde
- per einde wachttijd
- in staat wordt geacht tot het eigen werk/maatmanarbeid
35-minner, toename beperkingen, andere oorzaak;
geen wachttijd, alleen 4 weken nawerking.
Is er sprake van een andere oorzaak;
- dan leidt verergering van de arbeidsongeschiktheid,
- van minder dan 35%,
- tot duurzaam en volledige arbeidsongeschiktheid,
- slechts tot een onmiddellijk recht op IVA-uitkering,
- gaat om toename binnen 4 weken
Detentie, verblijf buitenland
Wanneer aan het einde van de wachttijd
- geen recht op uitkering is ontstaan,
- omdat de verzekerde gedetineerd,
- of niet in Nederland verblijft,
- ontstaat het recht alsnog,
- met ingang van de dag dat verzekerde in vrijheid is gesteld,
- dan wel weer in Nederland woont.
Langer dan 104 weken recht op loon, geen WIA
Door de verlengde loondoorbetalingsverplichting wordt de werknemer uitgesloten van recht op WIA. Dat geldt zowel voor de loondoorbetalingsverplichting op verzoek als de opgelegde loondoorbetalingsverplichting, de loonsanctie. Dit is niet geregeld bij de wachttijd bepalingen maar via de uitsluitingsgronden.
Vrijwillig verlengde loondoorbetalingsplicht , verlengde wachttijd
Werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg besluiten het UWV te vragen de wachttijd te verlengen. Zie Vrijwillig meer dan 104 weken loon; zinvol? Als die loondoorbetalingsverplichting wordt verlengd heeft de werknemer dus op grond van art. 7:629 lid 11 BW of 76a lid 6 ZW recht heeft op loon na de eerste 104 weken van ziekte, het recht op IVA wordt dan nog uitgesloten. Op de dag dat de loondoorbetalingsplicht is geëindigd, kan het recht op WIA-uitkering ontstaan.
Opgelegde verlenging van de wachttijd, de loonsanctie,
Als het UWV de loondoorbetalingsverplichting heeft beëindigd, of als de termijn van 52 weken voorbij is, kan alsnog een recht op WIA ontstaan.
Zie Sancties UWV
andere ziekteoorzaak
voordeel van de twijfel aan de werknemer
Gegeven dit standpunt staat de Raad uitsluitend ter toetsing de vraag of UWV terecht geweigerd heeft om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 43a van de WAO omdat er geen sprake zou zijn van een zelfde oorzaak.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de beperkingen van de werkneemster ten aanzien van haar rechterarm evenals haar eerdere beperkingen aan haar linkerarm verband houden met de bij haar in 2000 geconstateerde borstkanker en de daarmee verband houdende operatie. De Raad onderschrijft de opmerking van de bezwaarverzekeringsarts dat de rechtbank, zijnde niet specifiek medisch deskundig, hiermee een medisch oordeel heeft geveld. De Raad is van oordeel dat een dergelijke stellige conclusie inzake een medische kwestie niet door de rechtbank kan worden getrokken.
De Raad is evenwel van oordeel dat UWV er niet in is geslaagd om gegevens aan te dragen die buiten twijfel stellen dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de eerdere en latere uitval. De stelling dat het onwaarschijnlijk is dat dit verband bestaat, is daarvoor niet voldoende. De rechtbank heeft daarover terecht opgemerkt dat ten aanzien van de werkneemster in ieder geval het voordeel van de twijfel dient te gelden
Verkorte wachttijd
Dienstbetrekking naast elkaar
ZW en toch verkorte wachttijd
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl:
Een redelijke uitleg van de laatste zin van artikel 23, zesde lid, van de WIA brengt mee dat verkorting van de wachttijd kan worden toegepast ten aanzien van (volledige en duurzame) arbeidsongeschiktheid opgetreden in een dienstbetrekking, ook als de werknemer naast en los van die dienstbetrekking een ZW-uitkering ontvangt op grond van artikel 29, tweede lid, van de ZW.
Medische verklaring bedrijfsarts onvoldoende
achteraf inbrengen gegevens helpt niet
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl:
De aanvraag van de werknemer van eiseres betreffende een WIA-aanvraag op basis van een verkorte wachttijd is op goede gronden buiten behandeling gesteld omdat deze aanvraag niet is vergezeld van een verklaring van de bedrijfsarts waaruit de medische situatie, alsmede de vooruitzichten van de werknemer blijken. Uit de wel meegezonden verklaring van de bedrijfsarts blijkt de medische situatie en de vooruitzichten van de werknemer onvoldoende. Zo wordt niet aangegeven welke medische specialistische onderzoeken of behandelingen de werknemer heeft ondergaan en wat zijn vooruitzicht is. Evenmin wordt onderbouwd dat sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat. Zo is de rechtbank bijvoorbeeld niet duidelijk welke diagnose de behandelend specialist heeft gesteld, welke medische specialistische onderzoeken en behandelingen de werknemer heeft ondergaan en welke levensverwachting de werknemer heeft. Dat eiseres op de zitting alsnog medische informatie van de behandelend interniste-hematologe van de werknemer heeft overgelegd, maakt de beoordeling niet anders, aangezien het vijfde lid van artikel 66 WIA vereist dat de aanvraag voor een verkorte wachttijd vergezeld gaat van een medische verklaring.
dienstverband naast ziekengeld
verkorte wachttijd
vasthouden aan wettelijke bepalingen
De wetgever heeft verzekerden die een uitkering op grond van artikel 29, tweede lid, van de ZW ontvangen, willen uitzonderen van de mogelijkheid om een verkorte wachttijd vast te stellen, omdat deze werknemers geen werkgever hebben en re-integratie-inspanningen dus niet aan de orde zijn. Daarover is in de memorie van toelichting het volgende gezegd..
“Zieke werknemers met een ziektewetuitkering (die onder het vangnet ZW vallen) kunnen niet in aanmerking komen voor een flexibele keuring. De redenen hiervoor hangen samen met de bijzondere positie van vangnetters bij ziekte. Zij hebben in het algemeen geen werkgever, waardoor er geen aanleiding is voor een flexibele keuring voor deze categorie. In hun situatie zijn re-integratie-inspanningen en financiële prikkels in de vorm van een loondoorbetalingsplicht voor de werkgever immers niet aan de orde. Het UWV is hiervoor verantwoordelijk. (…) De mogelijkheid de wachttijd te verkorten geldt ook niet voor de zogeheten vangnetters. Ten aanzien van deze categorie gelden de reïntegratieverplichtingen van artikel 3.3, tweede tot en met tiende lid, immers niet.”
De rechtbank is van oordeel dat uit het vorenstaande niet kan worden afgeleid dat de wetgever evident niet heeft onderkend dat zich situaties kunnen voordoen waarin een werknemer zowel een dienstbetrekking heeft bij een werkgever als daarnaast aanspraak heeft op een ZW-uitkering. In dat verband verwijst de rechtbank in het bijzonder naar de hiervoor aangehaalde zinsnede “Zij hebben in het algemeen geen werkgever”. Nu het vaste rechtspraak is dat de rechter niet mag treden in een belangenafweging welke reeds door de wetgever geacht moet worden te zijn verricht, ziet de rechtbank reeds daarom geen aanleiding om in het onderhavige geval de laatste zin van artikel 23, zesde lid, van de WIA buiten toepassing te laten. Bovendien is gesteld noch gebleken dat toepassing van dat artikellid dermate in strijd komt met fundamentele rechtsbeginselen dat zij op grond hiervan geen rechtsplicht meer kan zijn en achterwege moet blijven.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat het UWV op goede gronden het verzoek van eiser om hem met verkorting van de wachttijd een WIA-uitkering toe te kennen, heeft geweigerd. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de stellingen van eiser tegen het bestreden besluit geen doel treffen. Het beroep moet dan ook ongegrond worden verklaard.
Termijn aanvragen verkorte wachttijd
Binnen 68 weken
Geen hardheidsclausule
Inhoudsindicatie rechtspraak.nl
Een redelijke uitleg van artikel 23, zesde lid, van de WIA brengt mee dat een aanvraag voor een WIA-uitkering op basis van een verkorte wachttijd binnen 68 weken na het einde van de eerste ziektedag moet worden ingediend. Artikel 23, zesde lid, van de WIA is een bepaling van dwingend recht. De hardheidsclausule van artikel 64, tiende lid, van de WIA is niet van toepassing
Wetteksten
Artikel 23 lid 1; wachttijd WIA 104 weken
Voordat de verzekerde aanspraak kan maken op een uitkering op grond van deze wet geldt voor hem een wachttijd van 104 weken.
Lid 2; eerste dag wachttijd
Als eerste dag van de wachttijd geldt;
- de eerste werkdag,
- al dan niet in een dienstbetrekking,
- waarop door de verzekerde wegens ziekte niet is gewerkt,
- of het werken tijdens de werktijd is gestaakt.
- Bij ministeriële regeling ……..
Lid 3; tijdvakken wachttijd
Bij het bepalen van de wachttijd worden de volgende perioden in aanmerking genomen:
sub a;
-
perioden waarin recht bestaat op ziekengeld worden in aanmerking genomen en worden samengeteld, indien zij:
- elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen; of
-
direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling wordt genoten,
- tenzij de ongeschiktheid voorafgaande aan en
- de ongeschiktheid aansluitende op die periode
- redelijkerwijs niet geacht kunnen worden
- voort te vloeien uit dezelfde oorzaak; en
sub b;
- perioden die niet al op grond van onderdeel a meetellen, maar
- waarin de werknemer ongeschikt is geweest voor zijn arbeid.
-
Deze perioden worden samengeteld, indien zij:
- elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen; of
-
direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin uitkering in verband met zwangerschap of bevalling wordt genoten,
- tenzij de ongeschiktheid voorafgaande aan en
- de ongeschiktheid aansluitende op die periode,
- redelijkerwijs niet geacht kunnen worden
- voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.
Lid 4,5,……..
Verkorte wachttijd
Lid 6;
Op aanvraag van de verzekerde stelt het UWV,
- een verkorte wachttijd vast,
- indien de verzekerde volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is,
- en bij de aanvraag artikel 66 in acht is genomen
Termijn
Een verkorte wachttijd bedraagt;
- ten minste dertien weken en
- ten hoogste 78 weken.
- Het einde van een verkorte wachttijd,
- wordt niet eerder vastgesteld,
- dan tien weken na de dag waarop de aanvraag daartoe is ingediend.
Niet voor verzekerden met ziekengeld zonder loon
Dit lid is niet van toepassing op de verzekerde aan wie ziekengeld als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet wordt uitgekeerd en die geen recht heeft op loon op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
Vrijwillig verlengde loondoorbetalingsverplichting
Artikel 24 lid 1; vrijwillige verlening tenzij
Na afloop van de wachttijd wordt het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens zijn werkgever recht heeft op loon of bezoldiging, op gezamenlijk verzoek van de verzekerde en die werkgever door het UWV verlengd, tenzij:
- ….er recht bestaat op loon,
- zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.
Lid 2; verlengde tijdvak beëindigden
Het verlengde tijdvak, eindigt;
- op de door het UWV aangegeven datum en
- kan op verzoek van de werkgever of de verzekerde,
- worden verkort of
- wordt op hun gezamenlijk verzoek verder verlengd,
- tenzij zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.
Lid 3; datum beëindiging
Het UWV;
- stelt een nieuwe datum vast,
- waarop het verlengde tijdvak eindigt, met dien verstande dat,
- dit tijdvak niet eerder eindigt dan vijftien weken na het verzoek,
- tenzij de werkgever vóór het verstrijken van het tijdvak van die vijftien weken,
- geen loon meer verschuldigd is, omdat
- de dienstbetrekking is geëindigd
Verlenging loondoorbetalingsverplichting door het UWV
Artikel 25 lid 9 WIA; loonsanctie
(zie het hoofdstuk over de loonsanctie…….
Indien bij de behandeling van de aanvraag, blijkt;
- dat de werkgever zonder deugdelijke grond,
- zijn verplichtingen niet of niet volledig nakomt of
- onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht,
- verlengt het UWV,
- het tijdvak gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht heeft op loon opdat
- de werkgever zijn tekortkoming ten aanzien van de bedoelde verplichtingen of re-integratie-inspanningen kan herstellen.
- Het tijdvak,
- is ten hoogste 52 weken.
Lid 10; oordeel loonsanctie 6 weken vóór einde wachttijd
Het UWV geeft de beschikking bij tijdige aanvraag;
- omtrent de toepassing van de loonsanctie,
- uiterlijk zes weken vóór de afloop van de wachttijd, of
- vóór de afloop van het verlengde tijdvak,
- indien de aanvraag, tijdig is gedaan.
Beschikking bij te late aanvraag
Indien de aanvraag;
- niet tijdig is gedaan,
- wordt de beschikking gegeven,
- uiterlijk zes weken vóór de afloop van het tijdvak,
- dat door de te late aanvraag is verlengd
Te laat wegens ontbreken kennisgeving WIA en ziekmelding UWV
In afwijking van bovenstaande geeft het UWV;
- in het geval van een niet-tijdige aanvraag,
- die op grond van een te late kennisgeving WIA aanvraag van het UWV,
- geacht wordt tijdig te zijn ingediend en
- waarbij de niet-tijdigheid van de aanvraag,
- het gevolg is van het niet naleven van de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet (42ste week ziekmelding),
- de beschikking omtrent de loonsanctie,
- binnen zeven weken na ontvangst van de aanvraag.
Lid 11; geen loonsanctie
Verlenging van het loonbetalingstijdvak vindt niet plaats indien het UWV;
- de beschikking omtrent de loonsanctie,
- niet geeft vóór de afloop van de wachttijd,
- of indien toepassing is gegeven aan de vrijwillige loondoorbetaling of
- een verlenging aan de orde is wegens te late aanvraag,
- vóór afloop van het verlengde tijdvak.
In afwijking van de eerste zin vindt in het geval van;
- een niet-tijdige aanvraag,
- die geacht wordt tijdig te zijn ingediend en
- waarbij de niet-tijdigheid van de aanvraag,
- het gevolg is van het niet naleven van de verplichting zich in week 42 ziek te melden,
- verlenging van het tijdvak niet plaats,
- indien het UWV de beschikking omtrent de sanctie,
- niet afgeeft binnen zeven weken na ontvangst van de aanvraag.
Lid 12; tekortkomingen hersteld
Indien de werkgever;
- na toepassing van een sanctie,
- van mening is dat hij zijn tekortkoming,
- ten aanzien van bedoelde verplichtingen of
- re-integratie-inspanningen,
- heeft hersteld,
- meldt hij dit aan het UWV,
- waarbij hij aantoont dat hij de tekortkoming heeft hersteld.
Lid 13; 6 weken voor oordeel herstelactie
Het UWV geeft;
- de beschikking waarin wordt vastgesteld of de tekortkoming is hersteld
- binnen drie weken na de ontvangst van de melding
Lid 14; voorwaarde eindigen sanctie
De sanctie eindigt;
- zes weken nadat het UWV heeft vastgesteld dat de werkgever,
- zijn tekortkoming ten aanzien van de bedoelde verplichtingen of
- re-integratie-inspanningen
- heeft hersteld,
- maar niet later dan na 52 weken.
Indien het UWV;
- de beschikking omtrent de loonsanctie,
- de beschikking waarin wordt vastgesteld dat een tekortkoming is hersteld of
- de beschikking waarin wordt vastgesteld dat een tekortkoming niet is hersteld,
- te laat geeft,
- eindigt het tijdvak zoveel eerder als de beschikking later is afgegeven.
Lid 15; 6 weken voor het oordeel over WIA recht
Indien het UWV heeft vastgesteld;
- dat de tekortkoming, is hersteld,
- geeft het UWV binnen zes weken
- een beschikking,
- over het ontstaan van het recht op een uitkering
Lid 16; extra regels
Bij ministeriële regeling kunnen voor de toepassing van het negende tot en met het vijftiende lid nadere regels worden gesteld.
Artikel 47 lid 1 WIA Ontstaan IVA
Recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat voor de verzekerde die ziek wordt, indien:
- hij de wachttijd heeft doorlopen;
- hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is; en
- er op hem geen uitsluitingsgrond van toepassing is.
Lid 2 Ingangsdatum
Het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat niet eerder dan
- op de eerste dag na afloop van de wachttijd of,
- indien op die dag de uitsluitingsgrond…. zich ..niet meer voordoet.
Artikel 48 lid 1 WIA Later ontstaan IVA
Indien
- op de dag….geen recht is ontstaan omdat de verzekerde op die dag niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is,
- ontstaat alsnog recht op die uitkering
- met ingang van de dag
- dat hij wel volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt,
- indien hij op de dag hieraan voorafgaand:
- recht had op een WGA-uitkering;
b. geen recht had op een WGA-uitkering omdat hij
- minder dan 35% arbeidsongeschikt was en
- de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt binnen vijf jaar .. na … bedoelde dag en
- voortkomt uit dezelfde oorzaak als op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid; of
c. geen recht had op een WGA-uitkering omdat
- hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was en
- de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid intreedt
- binnen vier weken …
- en voortkomt uit een andere oorzaak
- als op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was
- tot het verrichten van zijn arbeid.
Lid 2Geen uitsluitingsgrond meer
Indien …geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is ontstaan omdat op die dag .. één of meer uitsluitingsgronden .. van toepassing waren, ontstaat alsnog recht op die uitkering op de dag dat zich geen van deze uitsluitingsgronden meer voordoet.
toelichting
Artikel 54 lid 1 WIA wachttijd WGA-uitkering
Recht op een WGA-uitkering ontstaat voor de verzekerde die ziek wordt, indien:
- hij de wachttijd heeft doorlopen;
- hij gedeeltelijk arbeidsgeschikt is; en
- er op hem geen uitsluitingsgrond van toepassing is.
Lid 2
Het recht op een WGA-uitkering ontstaat niet eerder dan
- op de eerste dag na afloop van de wachttijd of,
- indien op die dag de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 43, onderdeel b, van toepassing is,
- op de dag dat zich die uitsluitingsgrond
- niet meer voordoet
Artikel 55 WIA lid 1 Later ontstaan WGA
Indien op de dag……geen recht op een WGA-uitkering is ontstaan omdat
- de verzekerde op die dag niet gedeeltelijk arbeidsgeschikt is,
- ontstaat alsnog recht op die uitkering
- met ingang van de dag dat hij wel gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt,
-
indien hij op de dag hieraan voorafgaand:
- recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
-
minder dan 35% arbeidsongeschikt was en
- de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als
- die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd
- ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid; of
-
minder dan 35% arbeidsongeschikt was en
- de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid voortkomt uit een andere oorzaak dan
- die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd
- ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid.
Lid 2 uitsluitingsgronden
Indien op de dag, bedoeld in artikel 54, tweede lid,
- geen recht op een WGA-uitkering is ontstaan omdat
- op die dag op de verzekerde één of meer uitsluitingsgronden
- als bedoeld in artikel 43, onderdeel d, e of f, van toepassing waren,
- ontstaat alsnog recht op deze uitkering
- op de dag dat zich geen van deze uitsluitingsgronden meer voordoet.
Lid 3 termijnen
Het recht op een WGA-uitkering kan
- in de situatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid,
- niet later ingaan dan
(regeling 35 minner zelfde ziekteoorzaak)
- vijf jaar na de dag, bedoeld in artikel 54, tweede lid,
(regeling 35 minner andere ziekteoorzaak)
- en in de situatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c,
- niet later dan vier weken na de dag, bedoeld in artikel 54, tweede lid
Artikel 2 Regeling Bepaling Eerste Werkdag
Voor de toepassing van
- artikel 23, tweede lid, van de Wet WIA,
- artikel 19, eerste lid, van de WAO,
- artikel 7, eerste lid, van de WAZ en
- artikel 29, derde lid, van de ZW
- wordt als werkdag aangemerkt:
- een dag waarop door de verzekerde gewoonlijk wordt gewerkt.
Artikel 3 sub 1 Eerste werkdag in bijzondere gevallen
In gevallen waarin
- de eerste werkdag niet met toepassing van artikel 2 kan worden vastgesteld, omdat
- niet vaststaat op welke dag de verzekerde gewoonlijk werkt,
- wordt als eerste werkdag aangemerkt de eerste dag
- waarop de verzekerde had kunnen werken
- indien hij niet ongeschikt tot werken was geworden.
sub 2
Voor de toepassing van het eerste lid
- wordt elke dienstbetrekking, arbeidsverhouding of arbeid
- in de zelfstandige uitoefening van bedrijf of beroep
- afzonderlijk in beschouwing genomen.
Artikel 4 lid 1 Eerste werkdag voor uitkeringsgerechtigden en bij nawerking
Ten aanzien van:
- a; de verzekerde die op grond van de artikelen 7 van de ZW en 7 van de WAO
- als werknemer wordt aangemerkt;
- b; degene wiens aanspraak op uitkering
- berust op artikel 10 van de Wet WIA, artikel 17 van de WAO of artikel 46 van de ZW;
- wordt als eerste werkdag aangemerkt
-
de dag waarop de verzekerde ongeschikt tot werken is geworden.
Lid 2 zaterdag en zondag
Bij de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, blijft de zaterdag en zondag buiten beschouwing.
Artikel 5 Eerste werkdag bij nachtdienst
Indien de verzekerde het werken staakt tijdens een nachtdienst, wordt als eerste werkdag aangemerkt de dag waarop de nachtdienst is aangevangen.
Artikel 6 lid 1 Eerste werkdag in bijzondere omstandigheden
Een dag waarop niet is gewerkt vanwege:
- vakantie of verlof
- toepassing van een regeling tot arbeidstijdverkorting, voor zover een dergelijke dag bij ziekte op een ander tijdstip mag worden opgenomen,
- toepassing van een regeling tot toepassing van een kortere dan de normale werktijd;
- bijzonder verlof;
- weersinvloeden; of
- vrijheidsontneming;
wordt aangemerkt als werkdag.
lid 2
Een dag
- die op grond van een overeenkomst als bedoeld in artikel 637 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,
- wordt aangemerkt als vakantiedag,
- wordt aangemerkt als werkdag.
Geschreven door | : |
Datum totstandkoming | : 29-11-2011 |