Informatie opvragen bij behandelaars; altijd toegestaan? |
![]() |
De bedrijfsarts heeft vaak behoefte aan informatie van behandelaars, de huisarts, specialist, psycholoog, het revalidatiecentrum, iedereen die bij het stellen van de diagnose en de behandeling betrokken is kan informatie hebben die de bedrijfsarts kan helpen zijn oordeel te vormen.
De bedrijfsarts zal de werknemer vragen om toestemming die informatie op te vragen, of soms vragen om die mee te brengen na een bezoek aan een behandelaar. De werknemer is niet verplicht toetstemming te geven voor het verstrekken van die informatie. Doet hij dan niet, dan heeft dat niet meteen consequenties. De bedrijfsarts zal dan afgaan op zijn eigen bevindingen. Dat de bedrijfsarts dan een minder genuanceerd beeld zal krijgen van de situatie komt voor rekening van de werknemer die aan de informatie-uitwisseling niet wilde meewerken. Dat ligt misschien anders wanneer de werknemer met goede argumenten het overleg dwarsboomt. Er zijn werknemers die met het weigeren toestemming te geven voor
overleg de werkhervatting trachten te vertragen, hetgeen ook vaak lukt. Een daadkrachtige eigen koers van de bedrijfsarts kan dat voorkomen. De weigerachtige houding van de werknemer komt dan voor zijn eigen rekening. Het lijkt voor de bedrijfsarts wel zinvol vast te leggen dat hij door een weigerachtige houding van de werknemer zonder informatie van de behandelaars een oordeel heeft gegeven. In uitspraken van rechters zie je soms die weigerachtige houding terug wanneer de werknemer daarvoor geen gegronde redenen had.
De KNMG heeft richtlijnen opgesteld, in dit kader; code gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie, zie het kader. Daarin staat onder andere;
Voor samenwerking tussen artsen gelden de ‘Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens’ van de KNMG. Bij informatie uitwisseling rond arbeidsverzuim gelden in principe de volgende voorwaarden:
Gezien de mogelijke consequenties van de verstrekking van gegevens voor de patiënt/werknemer, moet de nadruk liggen op bescherming van diens persoonlijke levenssfeer. De KNMG-Richtlijnen en de hieronder genoemde varianten dienen daarom als uitgangspunt bij de samenwerking tussen artsen bij arbeidsverzuim. Om samenwerking tussen artsen bij arbeidsverzuim beter te laten verlopen, wordt in deze Code een aantal varianten aangebracht naast de hierboven aangegeven voorwaarden, te weten:
Als dergelijk nader overleg tussen betrokken artsen gewenst is, dient dit vooraf aan de patiënt/werknemer - ter toestemming - te worden voorgelegd, in aanvulling op de
gebruikelijke machtiging voor de feitelijke gegevensverstrekking. Dergelijk overleg vindt plaats in aanvulling op en nadat de gebruikelijke gegevensverstrekking ontoereikend blijkt te zijn voor een adequate behandeling, verzuimbegeleiding, claimbeoordeling of re-integratie.
Opvallend is dat de informatie-uitwisseling vooraleerst schriftelijk zal moeten verlopen. Een telefoontje kan alleen als aanvulling op een schriftelijke gegevensuitwisseling.
Geschreven door | : |
Datum totstandkoming | : 14-03-2010 |