verzekerde, personenkring

Verzekerde

Verzekerde is;

• de werknemer (vastgelegd in art. 8 WIA) en
• degenen die als verzekerde worden aangemerkt op grond van de nawerkingsbepaling (art. 10 WIA)
• vrijwillig verzekerde (hoofdstuk 2 WIA)

• Tezamen vormen zij de groep van voor de WIA verzekerde personen.

Verzekering vastleggen door het UWV of de belastingdienst

Een werknemer kan

• uitsluitend bij het UWV
• een aanvraag indienen

Een werkgever duidelijkheid dient zich

• tot de Belastingdienst te wenden.

UWV beschikkingen

UWV beschikkingen in verband met de verzekeringsplicht

• worden op aanvraag verstrekt
• om duidelijkheid te bieden over
• de vraag of iemand als zelfstandige werkt, dan wel als werknemer.
• Op grond van art. 102 WIA is in verband met dergelijke aanvragen een bijzondere beslistermijn van toepassing.

Verzekerd zijn is onder meer van belang bij;

• Nawerking
• aansluitende verzekeringen en
• verzekerd zijn op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag

Definitie uit de ZW

De WIA kent in tegenstelling tot de ZW, de WAO en de WW geen uitputtende omschrijving van het begrip werknemer. De WIA verwijst voor het begrip werknemer naar het begrip werknemer van de ZW (Artikel 3-8c). Wie werknemer is in de zin van de ZW is omschreven in de artikel 3 - 8c van die wet.

Uitzondering voor stagiaires en leerlingen

Net als in de WAO  zijn geen werknemer in de zin van de WIA de leerlingen en stagiaires, die een praktijkopleiding volgen en een beloning ontvangen, meer dan alleen het ontvangen van onderricht. Mogelijk heeft deze groep jongeren wel recht op een Wajong uitkering

In grensoverschrijdende situaties

Besluit  uitbreiding  en  beperking  kring  verzekerden werknemersverzekeringen  1990

Onbetaald verlof

De hoofdregel;

• de werknemer is alleen verzekerd
• op dagen waarop daadwerkelijk wordt gewerkt,
• dan wel ten minste de helft van het loon wordt genoten.

Een uitzondering;

• Tijdens het genieten van maximaal 18 maanden onbetaald verlof
• blijft men werknemer en verzekerde voor de WIA (niet de ZW)
• De wachttijd van de WIA
• begint te lopen
• met ingang van de eerste dag na afloop van het onbetaalde verlof.

Regelingen voor wachtgelders

Uitbreiding werknemerschap bij ministeriële regeling

Regeling  aanwijzing  regelingen  ex  artikel  7  en  7a  wao

Uitbreiding kring van niet werkende verzekerden

Regeling  uitbreiding  kring  van  verzekerden  ingevolge  de  ziektewet  en  de  wet  op  de  arbeidsongeschiktheidsverzekering

De Regeling uitbreiding van de kring verzekering Ziektewet en de Wet op de

uitgebreid met mensen die niet werken als gevolg van

• ziekte (art. 1) of
• werkloosheid (art. 2).

Fictieve opzegtermijn WW

Voorts regeling betreft de situatie waarin inkomsten,

• waarop de werknemer recht heeft in verband met de beëindiging van de dienstbetrekking,
• worden gelijkgesteld met
• het recht op onverminderde doorbetaling van het loon.
• Tijdens de “fictieve opzegtermijn” is de werknemer niet werkloos.
• de ex-werknemer wordt tijdens de fictieve opzegtermijn beschouwd als werknemer

Pas na afloop van de fictieve opzegtermijn bestaat recht op WW-uitkering. Zonder de regeling zou de werknemer in deze fictieve opzegtermijn niet verzekerd zijn voor de WIA.

.

Nawerking

Sedert 1-1-2011 is er een nieuwe, eenvoudiger toe te passen regeling.

De persoon die

• binnen vier weken na het einde van zijn verzekering
• ziek wordt,
• wordt voor het recht op een uitkering op grond van deze wet beschouwd
• alsof hij verzekerd was gebleven.

Indien de verzekering berust op

• een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 van de Ziektewet,
• is de eerste zin eerst na het eindigen van die dienstbetrekking van toepassing.

Nawerking oproepkrachten met een voorovereenkomst

Telkens als gehoor wordt gegeven aan een oproep, ontstaat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van de oproep. Bij ziek worden tijdens de oproep bestaat eerst recht op loondoorbetaling gedurende de overeengekomen duur van de oproep, en aansluitend recht op ziekengeld.

Bij ziek worden kort na afloop van een oproep, bestaat geen recht op loon omdat de arbeidsovereenkomst en daarmee de verzekering voor de Ziektewet en WIA geëindigd was. Via de nawerking kan hij wanneer hij vóór uitval 4 weken heeft gewerkt onder de nawerking vallen

Als de oproepkracht ziek wordt twee weken nadat hij een maand heeft gewerkt. Deze oproepkracht valt voortaan onder de nawerkingsregeling van de Ziektewet en van de Wet WIA.

Nawerking bij beroepsziekte

Van toepassing op

• voor personen die voorheen verzekerd waren en
• die na het eindigen van die verzekering
• duurzaam en volledig arbeidsongeschikt of
• gedeeltelijk arbeidsgeschikt worden.

Deze voormalig verzekerden kunnenalsnog recht krijgen op een uitkering op grond van deze wet.

Zie het;

Besluit  aanspraken  bij  beroepsziekten  van  niet  ingevolge  de  WAO  of  de  wet  WIA  verzekerden

Omdat personen waarop het besluit betrekking op heeft, niet meer voor de WAO of de Wet WIA verzekerd zijn, is in het Besluit nader aangegeven in welke gevallen aanspraak bestaat op een WAO-uitkering en in welke gevallen aanspraak bestaat op een WIA-uitkering.

Op grond van art. 10 Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen      wordt in geval van nawerking voor de berekening van het dagloon het refertejaar gesitueerd aansluitend vóór het aangiftetijdvak, waarin de verzekeringsplicht is geëindigd

De verzekering begint;

• op de dag dat een dienstbetrekking aanvangt.

de ingangsdatum

• om 0:00 uur, ongeacht het tijdstip waarop de werkzaamheden feitelijk beginnen.

Uitzendkrachten

het dienstverband op grond van de uitzend-CAO begint pas bij daadwerkelijke aanvang van de werkzaamheden. De verzekering eindigt bij het aflopen van het dienstverband. Strikt genomen begint er een nieuwe verzekering te lopen als de verzekerde vervolgens een nieuwe dienstbetrekking aanvaardt.

aaneensluitende verzekeringen

één doorlopende verzekering bij,

• verandering van werkkring of
• een nieuw contract
• afwisselend verplicht en vrijwillig verzekerd is,
• afwisselend verplicht verzekerde dienstbetrekkingen en een (verplicht verzekerde uitkering]
• WAO-verzekeringstijdvakken worden meegeteld ingevolge het overgangsrecht.

wetteksten

Artikel 7 lid 1WIA De verplicht verzekerde

Verplicht verzekerd

• is de werknemer.

Lid 2verklaring verplicht verzekerd bij UWV

Een aanvraag

• tot het geven van een beschikking over het verplicht verzekerd zijn
• op grond van deze wet
• kan door de werknemer uitsluitend bij het UWV worden ingediend.

Artikel 8 lid 1 WIADe werknemer

Werknemer is

• de werknemer in de zin van de Ziektewet
• met uitzondering van de werknemer
• die zijn werknemerschap ontleent aan artikel 4 lid 1 g ZW (stagaires e.d. met loon)

Lid 2buiten Nederland wonen

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald

• dat personen die buiten Nederland wonen
• ook als werknemer worden aangemerkt,
• voor zover zij hun dienstbetrekking buiten Nederland vervullen.

Lid 3 onbetaald verlof

Bij de toepassing van het eerste lid blijft

• artikel 6, tweede lid, van de Ziektewet buiten toepassing
• ten aanzien van de persoon die geen arbeid verricht wegens het genieten van ononderbroken onbetaald verlof
• tot een maximum van achttien maanden,
• waarbij perioden van onbetaald verlof die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen
• als ononderbroken onbetaald verlof worden aangemerkt.

Artikel 9 WIAUitbreiding werknemerschap

Als werknemer wordt mede beschouwd:

1. in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen
2. de persoon die ten minste vijf of
3. ten minste de helft van zijn arbeidsuren per kalenderweek heeft verloren als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet,
4. doch aan wie geen uitkering wordt verleend
5. op grond van enige bepaling van die wet of van een regeling als bedoeld in onderdeel b;
6. de persoon die wegens werkloosheid niet werkt en die op grond van een bij ministeriële regeling aan te wijzen, van overheidswege getroffen, regeling uitkering ontvangt.

Artikel 10 lid 1 WIANawerking

De persoon die

• binnen vier weken na het einde van zijn verzekering
• ziek wordt,
• wordt voor het recht op een uitkering op grond van deze wet beschouwd
• alsof hij verzekerd was gebleven.

Indien de verzekering berust op

• een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 van de Ziektewet,
• is de eerste zin eerst na het eindigen van die dienstbetrekking van toepassing.

Lid 2uitzonderingen

Het eerste lid blijft buiten toepassing

• ten aanzien van de persoon
• die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of b, van de Ziektewet
• niet verzekerd is.

lid 3Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur

• kunnen regels worden gesteld op grond waarvan personen
• die niet verzekerd zijn en die
• volledig en duurzaam arbeidsongeschikt of
• gedeeltelijk arbeidsgeschikt worden
• als gevolg van bij die maatregel aan te wijzen
• beroepsziekten,
• voor het recht op een uitkering worden beschouwd alsof zij verzekerd zijn.

Artikel  16De vrijwillig verzekerden

Naast de

• op grond van artikel 7 verplicht verzekerde personen en de
• op grond van artikel 10 als verzekerd beschouwde personen
• zijn op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen
• eveneens verzekerd
• personen die zich vrijwillig hebben verzekerd
• op grond van paragraaf 2 van dit hoofdstuk.

Artikel 17Aaneensluitende verzekeringen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen

gelden

• aaneensluitende verzekeringen op grond van deze wet
• als één verzekering

Artikel 102 lid 1 WIABijzondere beslistermijnen

Een beschikking over het verzekerd zijn als bedoeld in artikel 7, tweede lid, wordt door het UWV gegeven binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag

Artikel 122 Overgangsrecht in verband met aansluitende verzekeringen 

Voor de toepassing van artikel 17 wordt mede verstaan

• onder "verzekeringen op grond van deze wet":
• verzekeringen op grond van de WAO

6 lid 2 ZW

Geen dienstbetrekking wordt geacht aanwezig te zijn op dagen waarop geen arbeid wordt verricht en geen uitkering of een uitkering van minder dan de helft van het normale loon van de werkgever wordt genoten,

tenzij het niet verrichten van de arbeid zijn oorzaak vindt in:

1. een normale onderbreking van of verhindering tot het verrichten van de arbeid, zolang deze onderbreking of verhindering niet langer dan één maand heeft geduurd;
2. weersinvloeden, gebrek aan materialen of dergelijke omstandigheden;
3. -
4. de omstandigheid dat de dienstbetrekking ertoe strekt dat slechts een gedeelte van een normale werkweek arbeid wordt verricht;
5. de omstandigheid dat de dienstbetrekking ertoe strekt dat niet regelmatig in elke kalenderweek arbeid wordt verricht, voor zover het betreft de kalenderweek waarin arbeid wordt verricht of arbeid zou worden verricht indien de betrokkene niet arbeidsongeschikt was geworden;

arbeidsongeschiktheid ter zake waarvan ziekengeld op grond van deze wet is toegekend of ter zake waarvan recht bestaat op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering