Subsidie voor de werkgever; aanpassing van de werkplek |
![]() |
Vooraf
Dit artikel gaat over de werknemer die voorafgaand aan of tijdens zijn dienstverband beperkingen heeft gekregen. Het gaat hier om voorzieningen die aan de werkgever worden verstrekt. Voor de WAJONG populatie kunnen andere of aanvullende regels gelden.
Niet meeneembare voorzieningen, de vergoeding aan de werkgever
Het UWV kan ingevolge van artikel 36 WIA;
voor zover die werkgever aantoont dat;
Onder de kosten worden verstaan;
Slechts vergoeding;
Niet twee maal subsidie tenzij
Een subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt indien de subsidie wordt aangevraagd voor een werknemer voor wie reeds eerder aan de werkgever subsidie op grond van dit artikel is verstrekt, tenzij de subsidieaanvraag:
Structurele functionele belemmeringen als gevolg van ziekte of gebrek
Het UWV moet in het concrete geval;
Op de site van het UWV wordt de term als volgt gedefinieerd;
“Een structurele functionele beperking betekent dat u langdurig ziek of gehandicapt bent. Daardoor kan het voor u moeilijk zijn om te werken of om werk te vinden”.
Algemeen gebruikelijke voorzieningen
Het uitgangspunt is dat;
Bedrijfseconomische toets
Zijn de kosten van de aanpassing meer dan € 22.689? Dan toetst het UWV of de voorziening een meerwaarde heeft voor het bedrijf, of het bedrijf er een economisch voordeel bij heeft. Die meerwaarde wordt niet vergoed. Als een bedrijf bijvoorbeeld een machine koopt om een taak van een beperkte werknemer over te nemen, wordt dan bezien of het bedrijf de machine ook inzet om bijvoorbeeld de productie te kunnen verhogen of dat de machine ook wordt gebruikt door andere werknemers die daardoor sneller kunnen werken.
Drempelbedrag
Het drempelbedrag is beduidend hoger dan die voor de voorzieningen die aan de werknemer worden verstrekt. Het idee is dat de werkgever de voorzieningen beneden de € 2000,- (of € 450,-)betaald uit het voordeel van de premiekorting voor diezelfde werknemer. Die twee bedragen zijn de afgeronde bedragen die gelden voor de premiekorting. Het voordeel van die korting vervalt dus met de noodzaak van een voorziening. Is er geen premiekorting ontvangen voor de werknemer, dan is er geen drempelbedrag van toepassing.
Wat kan er allemaal?
Bij deze subsidie kun je denken aan een aanpassing van een toilet, een kraan op de werkplek voor lasten die de meeste werknemer wel maar deze werknemer niet kan hanteren, het aanbrengen van licht alarm in plaats van geluidalarm voor een dove werknemer, in feite is alles mogelijk. Bij het doen van een aanvraag is het goed te weten wat de werknemer wil, dat voorkomt veel papierwerk, offertes bijleveren helpt vaak, een duidelijke benoeming van het specifieke probleem op die ene arbeidsplaats is natuurlijk het allerbelangrijkst. Het UWV denkt wel mee, maar bedacht moet worden dat de werkgever en werknemer samen vaak beter op de hoogte zijn van wat gewenst is, wat kan en ook hoe dat gerealiseerd moet worden. Uitzonderingen daargelaten moeten de meeste arbeidsdeskundigen zich bij het verstrekken van een dergelijke voorziening eerst zelf verdiepen in materie. Het helpt als er al voorwerk is gedaan.
de aanvraag van subsidie
Bij een aanvraag van een subsidie verstrekt de werkgever ten minste de volgende gegevens:
Met betrekking tot onderdeel h wordt opgemerkt dat het daar bedoelde oordeel kan worden gegeven in de vorm van een gemotiveerde verklaring van de arbodienst of bedrijfsarts waaruit blijkt welke belemmeringen de werknemer heeft en dat de kosten noodzakelijk zijn in verband met de handicap van de werknemer.
Geschreven door | : |
Datum totstandkoming | : 23-05-2010 |